Hoe gaat een badbevalling?

Piek van verlichting

Na 90 minuten heeft het warme water, hormonaal gezien, vaak de piek van optimale verlichting gegeven. Dit kan een reden zijn om even uit het water te komen. De blaas kan dan geleegd worden en de verloskundige kan eventueel inwendig onderzoek doen. 

Controles door verloskundige in het water

De controles kunnen ook in het bevallingsbad gedaan worden. De verloskundige kan met haar doptone naar het hartje luisteren. Bij een badbevalling in het ziekenhuis kan onderwater een draadloos CTG gebruikt worden. 

Ook inwendige controles om de vordering te bepalen kunnen in het water gedaan worden. Soms moeten daarvoor de bekken wat naar voren gekanteld worden. 

Persfase/ Uitdrijvingsfase

Ook tijdens de persfase/ uitdrijvingsfase kun je in het bad blijven. De verloskundige kan na een paar keer persen ook in het water voelen wat de vorderingen zijn en of er al volledige ontsluiting is. Tijdens deze fase van de bevalling wordt er in principe na elke wee naar de hartslag van het kindje geluisterd. 

De geboorte onder water

Zorgverleners zijn meer afwachtend en terughoudend met het aanpakken van het kindje bij de geboorte. Hierdoor kan het zijn dat het hoofdje op één wee geboren wordt en de rest van het lijfje op de volgende wee. De verloskundige, de moeder zelf, of de vader kan het kindje onder water aanpakken en rustig naar boven halen. 

De overgang van water naar de koude lucht is geleidelijk, waardoor niet alle kindjes een harde schreeuw of huil geven. Veel waterbaby’s doen dit rustiger, waarbij de longen wel voldoende worden ontplooid. 

Kindje onder water

Het kindje kan, afhankelijk van de wens van de moeder en de conditie van het kindje, maximaal 30 seconden onder water gehouden worden, voordat het naar boven gehaald wordt. De ervaring leert echter dat moeders het kindje zo snel mogelijk op de borst willen hebben. Als het kindje eenmaal boven water is, moet het niet weer onder water gebracht worden.

Als het kindje geboren is

De moeder kan gebruik maken van het zitje in het bevallingsbad om het kindje voldoende boven water te houden. Het kindje wordt bedekt met doeken om warmteverlies te voorkomen en krijgt eventueel een mutsje op. De doeken kunnen, met het warme water, warm gehouden worden.

De navelstreng

De zorgverlener zal aangeven wanneer het mogelijk is om de navelstreng door te knippen. Dit kan wanneer deze is uitgeklopt. Daarnaast zal de zorgverlener het bloedverlies observeren en regelmatig naar de hoogte van de baarmoeder voelen. 

De nageboorte (placenta)

Ook de nageboorte (placenta) kan onder water geboren worden. Afhankelijk van de wensen van de moeder, de verloskundige en het bloedverlies wordt dit in het bevallingsbad gedaan, of buiten het bad.

Wanneer uit bad

Afhankelijk van de conditie van de moeder, het kindje en het bloedverlies zal de verloskundige adviseren om uit bad te komen. Dit kan per persoon verschillen, maar vaak is dit niet langer dan 15 minuten na de bevalling. 

Bijkomen in bed

Na de geboorte komt de moeder uit het bad en wordt ze afgedroogd. Het is dan fijn wanneer ze in bed kan bijkomen, met het kindje bloot op de borst. Belangrijk is dat beiden goed toegedekt worden voor voldoende warmte.

En hoe gaat het verder?

Na de bevalling moet de moeder samen met het kindje rusten. De partner (eventueel met hulp van de kraamverzorging), kan het bevallingsbad schoonmaken en vervolgens het bad opruimen.